Brandgedrag van gevels onder de loep

Sinds de brand van de 24 verdiepingen tellende Grenfell Tower op 14 juni 2017, zijn er beduidend meer zorgen over de risico’s van brandgevaarlijke gevels. Het onderzoek naar deze brand, waarbij 71 mensen omkwamen is nog in volle gang. Adviseur Nieman Raadgevende Ingenieurs krijgt ondertussen vele vragen over de brandklasse van gevels. Kortom, hoogste tijd voor meer duidelijkheid over de belangrijkste aandachtspunten voor het brandgedrag van gevels.

Door Maaike van Bussel van Amersfoort en Synneva Rusman-Walters

Voor het behalen van een brandklasse (* zie kader hieronder) volgens NEN-EN 13501-1 zijn meerdere factoren van invloed. Als eerste is het belangrijk dat de gewenste gevelopbouw in zijn geheel is getest op brandgedrag. Bij gevels is niet alleen de gevelafwerking van belang maar ook de opbouw achter de gevelafwerking, zoals bijvoorbeeld de isolatie en de aanwezigheid van een spouw. Deze onderdelen kunnen namelijk ook invloed hebben op het brandgedrag van de gevel.

Combinatie

Een gevelafwerking die voldoet aan brandklasse B is niet onbrandbaar en levert een bijdrage aan de voortplanting van een brand. Dit betekent dus dat een brandklasse B gevel onder een brandbelasting meebrandt en voor branduitbreiding kan zorgen. Een strengere brandklasse zorgt er voor dat de bijdrage minder groot is. Vaak zijn materialen getest op een onbrandbare achtergrond, toepassing op een achtergrond die wel brandbaar is kan niet zomaar. Bij de combinatie van meerdere materialen die elk afzonderlijk aan klasse B voldoen, is het mogelijk dat de samengestelde constructie niet aan brandklasse B voldoet. De brandklasse van de gehele constructie kan dan verschuiven naar bijvoorbeeld klasse C of D.

Bouwbesluit 2012

Het Bouwbesluit stelt een basiseis voor gevels van brandklasse D (op basis van NEN-EN 13501-1) voor nieuwbouw. Conform de nieuwbouw eisen moet voor hogere gebouwen (voor personen bestemde vloer hoger dan 5 meter boven meetniveau) de onderste 2,5 meter van de gevel aan brandklasse B voldoen. Deze eis is zwaarder dan brandklasse D. Gevels die boven de 13 meter liggen moeten ook voldoen aan brandklasse B.

NEN 6068

Er is ook nog sprake van een belangrijke eis die niet direct in de artikeltekst staat. Conform het Bouwbesluit moet namelijk de WBDBO-eis tussen twee compartimenten worden bepaald op basis van de NEN 6068. De norm stelt als toepassingsvoorwaarde bij brandoverslagrisico’s dat een gevel niet in belangrijke mate mag bijdragen aan de brandvoortplanting over de gevel. Hieraan wordt geacht te zijn voldaan als de gevel grenzend aan de buitenlucht voldoet aan brandklasse B. Deze eis is bedoeld om ervoor te zorgen dat een brandende gevel zelf geen belangrijke bijdrage kan leveren aan het brandoverslagrisico tussen twee compartimenten. De brand mag zich niet te snel via de gevel voortplanten. In sommige gevallen is het voldoen aan brandklasse B niet noodzakelijk, bijvoorbeeld als sprake is van een blinde gevel. Dit kan project specifiek worden beoordeeld.

Testmethode brandklasse

Om de brandklasse van een constructieonderdeel zoals een gevel te bepalen worden twee testen uitgevoerd. Eén van deze testen betreft de Single Burning Item test (SBI test). Deze wordt op basis van EN 13823 uitgevoerd. Hierbij wordt de opbouw in een hoekopstelling getest met behulp van een hoekbrander. Hiermee wordt de productie van warmte, rook en brandende vallende druppeltjes en deeltjes bepaald. Daarnaast wordt ook de vlamuitbreiding over het proefstuk bepaald. Deze test wordt uitgevoerd op een constructie met een dikte van 200 mm, waarbij de opbouw zoveel mogelijk representatief is voor de werkelijke toepassing inclusief aansluitnaden.

Bij de Single Burning Item test wordt de opbouw in een hoekopstelling getest met behulp van een hoekbrander

De andere test is de vlamtest op basis van EN-ISO 11925-2, waarbij met een brander het materiaal wordt verhit. Hierbij wordt de ontvlambaarheid van de bouwproducten getest en wordt de verticale vlamuitbreiding, het ontstekingsgedrag en de productie van brandende vallende druppeltjes en deeltjes bepaald. Op basis van deze twee testen kan een classificatie worden vastgesteld volgens NEN-EN 13501-1, die door het Bouwbesluit wordt vereist.

Randaansluiting

De SBI test wordt uitgevoerd voor de gevelconstructie en niet voor de aansluiting van de gevels op andere constructieonderdelen, zoals het kozijn. Bij de test worden de randen niet belast, waardoor de invloed van aansluitdetails niet wordt meegenomen. De brandklasse zegt iets over het brandgedrag van de gevelopbouw bij aanstraling vanaf de voorzijde. Het zegt dus niets over het brandgedrag bij aansluitdetails. Echter is het wel verstandig om de achterconstructie te beschermen om branduitbreiding via de spouw/achterconstructie te voorkomen. Wanneer er namelijk brandbare materialen in de gevel aanwezig zijn kan bij onvoldoende bescherming ter plaatse van de aansluitdetails brand alsnog te snel door de gevel uitbreiden naar een ander compartiment. Ondanks dat wordt voldaan aan de vereiste brandklasse.

Praktijk

In de praktijk zien we vaak dat de geteste situaties niet aansluiten op de werkelijke situatie. Wanneer de gevelafwerking alleen op een onbrandbare achtergrond als brandklasse B is geclassificeerd, kan deze niet zomaar op een brandbare achtergrond worden toegepast. Hierdoor wordt mogelijk niet meer aan de vereiste brandklasse voldaan. Dit probleem is veel van toepassing op gevels die zijn opgebouwd met HSB elementen of de toepassing van brandbare gevelisolatie. De HSB elementen zijn aan de buitenzijde vaak niet voorzien van een beplating die onbrandbaar is.

Bij veel bouwers is over een juiste toepassing van materialen onvoldoende bekend waardoor in de praktijk gevels niet aan de eisen voldoen. Hierin zit ook een taak voor de leveranciers van de gevelafwerking. Zij moeten meer inzicht geven over de toepassing en brandgedrag van hun materialen in gevels. Zij weten immers ook hoe het materiaal getest is en onder welke toepassingsvoorwaarde de bepaalde brandklasse wordt behaald.

Bij veel bouwers is over een juiste toepassing van materialen onvoldoende bekend

Overigens kan een gevel die geclassificeerd is volgens NEN-EN 13501-1 een heel ander praktijkgedrag vertonen dan op basis van de brandklasse verwacht zou worden. Dat komt omdat de thermische belasting van een natuurlijke brand in de praktijk veel groter is dan de thermische belasting in de genormeerde testmethoden. Daarnaast is ook het mechanische gedrag in de praktijk anders, waardoor andere en vaak grotere vervormingen optreden dan in de testsituatie. De testmethode geeft inzicht in het risico van bijdrage van een gevelafwerking aan de ontwikkeling en uitbreiding van een brand.

Expert judgement

Dat de gewenste uitvoering niet is getest aan de vereiste brandklasse wil echter niet zeggen dat niet kan worden voldaan aan de vereiste brandklasse. Het is goed mogelijk dat de gevelafwerking of een andere laag in de gevelopbouw een dusdanige bescherming biedt voor de achter constructie (bijvoorbeeld een HSB element) waardoor deze nauwelijks bijdraagt. Dergelijke situaties kunnen alsnog worden getest maar kunnen ook op basis van expert judgement worden beoordeeld, al dan niet ondersteund met simulatiemodellen. De brandklasse is geen materiaaleigenschap maar een constructie-eigenschap. Een certificaat met een vermelding van de brandklasse van een specifiek materiaal zegt daarom niet zoveel. Het is van belang dat gevelafwerkingen worden getest in combinatie met gangbare achter constructies en dat leveranciers ook informatie verstrekken over de voorwaarden waaronder de brandklasse wordt behaald. Bouwers kunnen hierdoor makkelijker tot een gevelopbouw komen waarmee de vereiste brandklasse wordt behaald.

Maaike van Bussel van Amersfoort en Synneva Rusman-Walters zijn werkzaam bij Nieman Raadgevende Ingenieurs.

Bron: Brandveilig.com

Geef een reactie